De Amerikaanse
Infiltratie in China's Xinjiang
Door LARRY ROMANOFF – 24 September 2020
Nederlandse vertaling: Martien
CHINESE ENGLISH NEDERLANDS PORTUGUESE SPANISH
Ik wil de weg
bereiden voor dit onderwerp door u een verhaal te vertellen.
Toen ik nog studeerde, werkte ik een zomer bij een grote supermarkt in mijn stad. Het was een geweldige plek om te werken, met een goed management en zeer hoge normen voor klantenservice, zozeer zelfs dat onze locatie het toonbeeld van perfectie in onze stad was en de afgunst van onze concurrenten. Zo was het bijvoorbeeld niet toegestaan dat klanten hun boodschappen naar hun auto droegen; dat hoorde bij ons werk. Het hele personeel was een groep jonge kinderen. We werkten hard, we konden goed met elkaar opschieten, we feestten samen en we waren oprecht gelukkig.
Op
een dag verscheen er een jonge man van begin 30, een organisator van een van de
belangrijkste vakbonden van het land, in onze supermarkt en sprak met het
personeel over het oprichten van een vakbond. Ik was niet geïnteresseerd en
ging toch al in de herfst terug naar school, dus de zaak hield mij niet zo
bezig. Maar na herhaalde bezoeken begonnen enkele personeelsleden in de vrije
uren vergaderingen met deze man bij te wonen, en al gauw waren ze er allemaal.
En
al snel kwam er een verbazingwekkende klimaatsverandering, waarbij onze eerst
zo gelukkige werkplek zonder waarneembare reden doordrenkt werd met bitterheid,
wrok en boosheid. Het personeel stemde al snel voor de oprichting van een
vakbond en binnen een paar weken voor het begin van een staking. Ik had nog
nooit zo'n snelle transformatie gezien. De hele winkel was veranderd van een
bijna ideale werkomgeving in een omgeving vol bitterheid en haat, en zonder
aanwijsbare reden. Het was zo erg dat in een weekend een deel van het personeel
's nachts de stroomkabels naar de supermarkt doorsneed, zodat alle
diepvriesproducten en bederfelijke waren op maandagmorgen weggegooid moesten
worden. Veel van de enorme, twee verdiepingen hoge ramen aan de voorkant werden
's nachts ingegooid.
De
staking werd uiteindelijk beëindigd, met een loonsverhoging van 5% voor het
personeel, maar de schade was blijvend. De omgeving was zo giftig dat al het
personeel binnen misschien een maand vertrok, inclusief het hele management.
Niemand was bereid om in die giftige context te blijven.
Ik
heb er altijd spijt van gehad dat ik die vergaderingen met die
vakbondsorganisator niet heb bijgewoond, omdat ik graag had willen begrijpen
welke woorden en methoden hij gebruikte om zo'n omslag teweeg te brengen.
Uiteindelijk heb ik geleerd dat het buitengewoon gemakkelijk is om vijandigheid
en onenigheid te creëren, zelfs onder goede vrienden. Het schijnt geen probleem
te zijn om een of twee personen te vinden die in ontevreden knorrepotten kunnen
worden veranderd en die op hun beurt iedereen in hun omgeving zullen besmetten;
men hoeft alleen maar te weten op welke knoppen men moet drukken.
De
Amerikanen zijn befaamde experts in dit proces en gebruiken het niet voor het
installeren van vakbonden en het veroorzaken van arbeidsonrust, maar voor het
aanzetten tot politieke instabiliteit en het veroorzaken van revoluties. Zoals
met hun dozijn of meer "kleurenrevoluties", is dit wat er in het
recente verleden met Hong Kong is gebeurd, en ook in Xinjiang. In Hong Kong
organiseerde en financierde het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken
via het Amerikaanse consulaat tientallen NGO's, importeerde het professionele
oproerkraaiers, hield het lange reeksen opruiende "seminars", en
veranderde het een gelukkige stad in een broeinest van bitterheid, wrok en
woede, die leidde tot bijna een jaar van bijna ongelooflijk geweld. De
Amerikaanse "zwarte hand" is zo goed gedocumenteerd, met inbegrip van
video-opnamen van consulair personeel dat de terroristen ontmoet, dat hier geen
verder bewijs hoeft te worden geleverd. In Xinjiang was het net zo: de
potentiële terroristen werden zowel in eigen land als in het buitenland
opgeleid en gefinancierd.
Veel
lezers zullen zich Timothy McVeigh en de bomaanslag in Oklahoma City in 1995
herinneren, waarbij een vrachtwagen geladen met explosieven tot ontploffing
werd gebracht, een groot deel van een overheidsgebouw werd verwoest en bijna
200 mensen kwamen om het leven. Mijn beoordeling van die gebeurtenis bracht mij
tot de overtuiging dat McVeigh aanvankelijk misschien een verstandig en
rationeel persoon was, maar dat zijn geest ergens in de loop van de tijd
verdraaid raakte en hij zichzelf ervan overtuigde dat het systeem zo corrupt
was dat zinloos geweld tegen onschuldige mensen een geschikte methode was om
zijn bezwaren kenbaar te maken. Hij verklaarde achteraf dat wat hij deed niet
anders was dan wat de VS "dagelijks op de hoofden van mensen overal ter
wereld laat regenen", en dat Amerikanen "daarover zouden moeten
nadenken".
Maar wat als we een vloedgolf van Timothy McVeighs zouden hebben, allemaal op dezelfde manier psychologisch gecorrumpeerd en met dezelfde sympathieën en bedoelingen; op zijn minst vele duizenden, en waarschijnlijk tienduizenden? In Xinjiang pleegde een relatief handjevol leden van deze groep misdaden van schokkend geweld, maar er waren er ontelbare duizenden meer die realistisch gezien de instelling en het potentieel hadden om deze reeks gewelddadige gebeurtenissen voort te zetten.
Hoe
gaan we hiermee om? We weten dat alle stoppen zijn doorgeslagen. We weten dat
de emoties hevig zijn aangewakkerd, dat de gewelddadige bedoelingen reëel zijn,
dat rationaliteit en rede niet langer dienen als beperkende leidende krachten.
Wachten we gewoon tot de bommen ontploffen en jagen we daarna op de man met de
lucifers? Als we deze weg volgen, zal er nooit een einde komen aan het geweld.
We zullen altijd geconfronteerd blijven met gewelddadige terroristische
aanslagen, willekeurige moorden, en de potentiële vernietiging van een
beschaving.
Denk
aan Noord-Ierland enkele decennia geleden, waar het leek alsof de meerderheid
van de bevolking in deze modus leefde, aan de ene of de andere kant van het
hek. Ik herinner me een TV-interview waarin een ogenschijnlijk goede en
intelligente vrouw vrijuit tegen een nieuwsverslaggever zei dat ze haar eigen
man zou doden als ze ontdekte dat hij geheime sympathieën voor de Britten
koesterde. Dat is lang geleden, maar Ierland draagt nog steeds veel open wonden
en dat zal misschien nog wel een generatie of twee zo blijven, tenzij een van
beide zijden nog meer provocerende of opruiende acties onderneemt.
Dit
is precies de situatie waarin China zichzelf in Xinjiang aantrof. Ik wil hier
opmerken dat er in Xinjiang vijf verschillende groepen Oeigoerbevolking zijn,
waarbij vier van de vijf heel normaal zijn en de vijfde genetisch schijnt te
zijn voorbestemd voor bijna elke vorm van misdaad en met een ernstige neiging
tot geweld. Wanneer wij in het verleden in Shanghai in metrostations en treinen
personen zagen die gespecialiseerd waren in zakkenrollen, dan waren het bijna
onvermijdelijk Oeigoeren van deze ene groep. En dit was de groep die was
geïnfiltreerd door de CIA en haar vrienden, en ontvlamd met dezelfde of
soortgelijke gewelddadige anti-systeem emoties als bij McVeigh, de Ieren, en
zovele anderen op zovele plaatsen. Deze mensen werden vervolgens naar
verschillende plaatsen in Azië en het Midden-Oosten vervoerd voor een opleiding
tot terrorist, en vervolgens naar huis in Xinjiang teruggebracht om hun nieuwe
verkoopbare vaardigheden uit te oefenen op een onschuldige bevolking.
Wij
kunnen hier details achterwege laten omdat die door vele anderen nauwkeurig
zijn opgetekend, maar de eerste grote uitbarsting van geweld was
verbazingwekkend in zijn hevigheid en omvang. Enkele duizenden Oeigoeren gingen
gewoon op rooftocht met zinloos geweld. Zij doodden honderden politieagenten,
bombardeerden tientallen gebouwen, staken honderden bussen en tientallen
particuliere auto's in brand en doodden vrijuit iedereen die hen in de weg
stond. Zij waren duidelijk van buitenaf gefinancierd en voorzien van wapens,
materiaal om bommen te maken en instructies voor het gebruik daarvan, die in
China niet verkrijgbaar waren.
Nadat
het geweld was afgenomen en de Chinese autoriteiten erin waren geslaagd een
zekere schijn van controle te verkrijgen, voerden zij ondervragingen en
huiszoekingen uit waarbij zij - en dit weet ik met zekerheid - enkele
tienduizenden zogenaamde Amerikaanse "Otpor-handleidingen" ontdekten,
in wezen van dezelfde filosofie als die welke door Gene Sharp en Robert Helvey
in hun Einstein Instituut aan de Harvard Universiteit waren opgesteld, en die
werden gebruikt bij de geplande vernietiging van Joegoslavië en vele andere
landen. Maar deze waren inhoudelijk veel verderfelijker en bevatten
gedetailleerde instructies, niet alleen voor burgerlijke ongehoorzaamheid, maar
ook voor de precieze methoden om terroristisch geweld en massamoorden bijna
willekeurig toe te passen.
De
autoriteiten ontdekten ook tienduizenden DVD's, hoofdzakelijk met opruiende
religieuze propaganda en "anti-China"-provocaties, alsmede enorme
wapen- en explosievendepots op verschillende plaatsen aan weerszijden van de
grens met Xinjiang. Dit was Noord-Ierland in schaapskleren, en in niets
verschillend van wat onlangs in Hong Kong is gebeurd, waar radicalen aan een
universiteit (opnieuw duidelijk volgens de gebruiksaanwijzing) de
scheikundelaboratoria hebben overvallen op onderdelen voor het maken van bommen
en waar de politie een voorraad van meer dan 4.000 gebruiksklare benzinebommen
heeft ontdekt.
Nogmaals,
hoe gaan we hier mee om? We weten dat we tienduizenden potentiële Timothy
McVeighs hebben, met een geest die nu net zo verwrongen is als de zijne, en met
dezelfde verontrustende neiging tot grootschalig geweld.
De
Chinese regering lijkt de situatie heel duidelijk te hebben gezien, met
volledige documentatie over de oorzaken en bronnen van de onrust, en met
voldoende inzicht in en inschatting van de toekomstige gevolgen. Hun oplossing,
die in alle stilte werd uitgevoerd, bestond uit een besluit om deze dreiging
(die nu intern in China bestond) voorgoed weg te nemen door alle wegen van
externe uitlokking af te sluiten en een massaal sociaal organisatieprogramma op
te zetten om de huidige problemen uit te roeien en herhaling te voorkomen. Dit
was geen eenvoudige zaak van het vernietigen van wapens, handboeken en DVD's en
het opvoeren van de aanwezigheid en het toezicht van de politie, maar het
volledig uitroeien van de ziekte door de Oeigoerbevolking van Xinjiang in te
enten tegen buitenlandse terroristische propaganda (en, naar men hoopt, tegen
de Amerikanen).
Het
ging er ook niet om vele duizenden mensen te ondervragen en op te sluiten
louter op basis van verdenking van hun gewelddadige bedoelingen. Dit was een
veel terughoudender en oordeelkundiger programma dat de Confuciaanse vorm leek
te volgen. De inspanning was drieledig : ten eerste, de Oeigoerbevolking door
voorlichting en onderricht inlichten over de bronnen, de methoden en de
doeleinden van de op geweld gebaseerde indoctrinatie die zij van de Amerikanen
hadden ontvangen, en aldus de gevolgen ervan weg te nemen. Ten tweede, een
grootscheepse inspanning om beroeps- en andere vaardigheden aan te leren als
middel om de opgehoopte psychische energie om te buigen naar doeleinden die
zowel persoonlijk nuttig als sociaal nuttig zijn.
En
ten derde om taalcursussen Mandarijn-Chinees aan te bieden om het natuurlijke
isolement van de Oeigoeren te helpen doorbreken die het Chinees niet vloeiend
spraken en in feite de hoofdtaal van hun eigen land niet konden spreken. De
westerse media sprongen gretig in op dit laatste punt en noemden het
"culturele genocide", terwijl daar natuurlijk geen sprake van is. Als
een Amerikaan Spaans leert spreken, in welk opzicht is dat dan een culturele
genocide? Een persoon leert gewoon een tweede taal. De eerste taal - het Engels
- verdwijnt niet, en dat zou ook niet kunnen. Er wordt niets vernietigd, maar
er wordt iets bijgewonnen.
Om
deze inspanningen te vergemakkelijken, werden grootschalige locaties gebouwd
als tijdelijke huisvestings- en onderwijsinstellingen. Dit zijn geen
gevangenissen of concentratiekampen in welke zin dan ook, zoals de westerse
media ze zo graag beschrijven, maar eenvoudigweg faciliteiten die nodig zijn om
de taken te volbrengen. De mensen komen en gaan, en ontvangen informatie en
onderricht op verschillende tijdstippen en in verschillende mate, naar gelang
van de behoeften.
Het
programma is een groot succes geworden. Sinds jaren is er geen geweld meer
geweest in Xinjiang. Er is geen overweldigende politiemacht of legermacht die
de provincie bewaakt, en het leven is er zo normaal als maar mogelijk is. Ik
moet hierbij opmerken dat reizen van buitenlanders naar Xinjiang voorlopig nog
beperkt is en met toestemming van de regering moet geschieden. Er zijn
verschillende redenen die voor ieder weldenkend mens duidelijk zouden moeten
zijn. Voor zover ik weet, heeft de Chinese regering een bijna extreme
Confucianistische wijsheid aan de dag gelegd in haar omgang met deze massale
buitenlandse interventie, en ik zie weinig dat daarop aan te merken valt.
De
Chinese regering heeft vertegenwoordigers uit de hele wereld uitgenodigd om
naar Xinjiang te komen en uit de eerste hand deze zogenaamde "kampen"
te zien, en kennis te nemen van de volledige omvang en de details van de
inspanningen om het door buitenlanders geïnitieerde terrorisme op Chinese bodem
uit te roeien. Het is interessant dat de 60 of 70 landen die deze uitgebreide
informatiebijeenkomsten bijwoonden, landen waren die ofwel reeds grondig
vertrouwd waren geraakt met de Amerikaanse stijl van
democratie-door-terrorisme, ofwel vreesden dat zij op de lijst van kandidaten
stonden. Voor zover ik weet, heeft geen enkel westers land deze uitnodigingen
aanvaard, en gaven zij er de voorkeur aan hun zogenaamde verslaggevers op
heimelijke missies naar Xinjiang te sturen, waarbij zij zowel de Chinese
autoriteiten als de Chinese wetten omzeilden, in een poging ontevreden
knokploegen op te sporen om hun propaganda-overwinning te ondersteunen,
namelijk dat China "miljoenen Oeigoeren" gevangen houdt in wrede
concentratiekampen.
Ik zou verder willen zeggen dat ik verbaasd
ben over de onwetendheid en het stilzwijgen van de Westerse bevolkingen, die de
Amerikaanse zwarte hand achter de onrust in Xinjiang, Tibet en Hong Kong moeten
kennen of op zijn minst sterk vermoeden, allemaal deel uitmakend van een
langdurig Amerikaans (Westers) plan van ernstige vastberadenheid van de kant
van een relatief handjevol mensen om China met alle middelen te vernietigen.
Deze zo zorgvuldig geplande programma's van terrorisme en geweld zijn geen
geïsoleerde gebeurtenissen, maar maken deel uit van iets veel groters dat de
enorme uitbarsting van soortgelijk geweld in Tibet in 2008 (Amerika's geschenk
aan China voor de Olympische Spelen) omvat, andere uitbarstingen van geweld in
de etnische gebieden van China's provincies Yunnan en Sichuan, de ontploffende
auto op het Plein van de Hemelse Vrede enkele jaren geleden, en nog veel meer sinds
op zijn minst de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Het
omvat ook de handelsoorlog van Trump, de aanval op Huawei en de opsluiting van
Meng, de inbraken in de Zuid-Chinese Zeeën, Amerika's zogenaamde "pivot
naar Azië" en zijn binnenkort afgebroken " Blue Dot"-programma.
Afgezien van de voor de hand liggende schade aan de Chinese beschaving is de
reden dat China, als het al zijn energie en tijd moet besteden aan intern
terrorisme, externe militaire dreigingen en buitenlandse economische verstoringen,
geen tijd zal hebben om meer hogesnelheidsspoorwegen aan te leggen of zijn Belt
and Road-initiatief uit te breiden.
De geschriften van de Mr.
Romanoff zijn vertaald in 32
talen en zijn artikelen zijn gepubliceerd op meerdan 150 nieuws- en politieke
websites in meerdan 30 landen, alsmede op meer dan 100 Engelstalige platforms.
Larry Romanoff is management consultant en gepensioneerd ondernemer.
Hij
heeft leiding gevende functies bekleed in internationale adviesbureausen was
eigenaar van een internationaal import/export bedrijf. Hij was gast professor aan
de Fudan Universiteit in Shanghai, waar hij casestudies over internationale zaken
presenteerde aan EMBA-klassen. De heer Romanoff woont in Shanghai en schrijft momenteel
een serie van tien boeken die in het algemeen betrekking hebben op China en het
Westen. Hij is auteur van Cynthia McKinney’s nieuwe bloemlezing When China
Sneezes (Ch. 2 – Dealing with Demons).
Zijn
volledige archief is te zien op
https://www.moonofshanghai.com/
http://www.bluemoonofshanghai.com/
Hij
kan worden gecontacteerd op: 2186604556@qq.com
Copyright © Larry
Romanoff, Moon of Shanghai, Blue Moon of Shanghai, 2021