Door: Larry Romanoff, 20 November 2019
Vertaling:
Martien
Wij hebben een
gezegde dat luidt: na een maand in China zou je een boek kunnen schrijven; na
een jaar in China zou je een hoofdstuk kunnen schrijven; over vijf jaar zou je
een alinea kunnen schrijven en na vijf jaar zou je een briefje op een
ansichtkaart kunnen schrijven.
Dat gezegde is bijna een stadslegende geworden, maar
het is in wezen waar. Ik kan mij nog de dag herinneren dat ik, wandelend door
een straat in het centrum van Shanghai na ongeveer een maand op het platteland
te zijn geweest, een illusie beleefde van zo'n extreme helderheid dat ik tegen
mijzelf zei: "Ik zou een boek kunnen
schrijven over deze plaats". Ik kan niet uitleggen welke mentale of
sociologische processen samen die aanvankelijke illusie van begrip en
duidelijkheid veroorzaken, noch welke krachten die illusie zo effectief en
geleidelijk ontmantelen tot een toestand waarin we China steeds minder begrijpen
naarmate we er meer tijd doorbrengen.
Mijn Chinese vrienden zeggen me dat ik China, zijn
volk en cultuur goed begrijp, en hoewel die lof vleiend is, is hij ook
grotendeels onverdiend. Na vijftien jaar in het land zijn er inderdaad dagen
dat ik overrompeld word door iets dat zo fundamenteel is dat ik ervan overtuigd
ben dat ik er niets van begrijp, en ik moet zeggen dat als China niet begrepen
kan worden door westerlingen van binnenuit, het zeker niet begrepen kan worden
door westerlingen van buitenaf die geen bruikbaar contact hebben met iets
Chinees.
Westerlingen leven in
een illusionaire zwart-wit wereld die voor hen is ingekaderd door de
programmering van hun zionistische media en zijn meestal niet in staat te ontsnappen aan hun
ideologische indoctrinatie. Er is een gezegde dat je een schilderij niet kunt
begrijpen als je erin zit, dat je uit dat schilderij moet stappen en erop
terugkijken, om het te zien zoals het werkelijk is. Weinig westerlingen zijn
hiertoe in staat vanwege de gepropagandeerde indoctrinatie die vanaf de
geboorte plaatsvindt. Deze sociale indoctrinatie geldt natuurlijk voor alle
samenlevingen, maar het zionistische Westen bekijkt, in tegenstelling tot de
overgrote meerderheid van de wereldbevolking, vrijwel alles over andere naties
en volkeren door een reeks politiek-religieuze ideologische lenzen die een
nogal ernstige chromatische aberratie werpen op alles wat door die lenzen wordt
gezien.
Deze ideologieën zijn
die van het kapitalisme, de democratie, het kolonialisme, het militarisme, de
blanke suprematie, het darwinisme, het christendom en het zionisme, krachten
die samenzweren om de waarheden van China zo te verdraaien dat bijna elke
mogelijkheid van werkelijk begrip verdwijnt, terwijl zij tegelijkertijd elke
werkelijke noodzaak om dat te doen minachten. De blanke man, het zionistische Westen, hier met
inbegrip van Japan, ziet de wereld als Metropool en periferie, de niet-blanke
wereld bevolkt door inferieure wezens die bedoeld zijn om te worden uitgebuit
door middel van dwang of militair geweld, hun hulpbronnen gebruikt om het
Westen te verheerlijken terwijl de wereld tot slaaf wordt gemaakt, dit alles
volgens Gods plan. Om de waarheid hiervan in te zien, hoeven wij slechts hun
daden te onderzoeken, waarvan de geschiedenis ruimschoots getuigenis aflegt.
De westerse media
zijn berucht om hun onophoudelijke en schrille China-bashing, maar het lijkt erop dat vrijwel iedereen buiten China
uit hetzelfde script voorleest. We moeten honderden publicaties en websites
hebben met de namen China Labor Bulletin, China Economic Review, China Auto
News, China anything and everything . . . die in geen enkel opzicht Chinees
zijn, maar mediabronnen die zijn opgezet door westerlingen die hoofdzakelijk,
maar niet uitsluitend zionisten zijn en die, meestal opzettelijk, de feiten en
grondbeginselen van China verkeerd interpreteren en weergeven. We hebben door
het Westen geproduceerde statistieken over alles wat met China te maken heeft,
van GINI-coëfficiënten tot bankschulden, van BBP tot nationaal inkomen en
levensstandaard, van onderwijs tot gezondheidszorg tot levensverwachting en
kindersterfte, die allemaal, zelfs als ze gebaseerd zijn op cijfers die in
eerste instantie afkomstig zijn van officiële Chinese regeringsbronnen,
vervolgens worden gemasseerd en verkeerd worden voorgesteld om het tegendeel
van de werkelijkheid te bewijzen. We hebben honderden, misschien zelfs
duizenden boeken over China, meestal geschreven door dezelfde mensen die het
land door diezelfde ideologische bril bekijken en dus meestal werken van
historische fictie zijn, waarvan vele verwerpelijk.
De ingebakken notie van superioriteit, blanke
suprematie in feite, is een groot obstakel voor begrip, zelfs voor de
goedwillenden. Wanneer Chinezen naar een vreemd land reizen en getuige zijn van
een vreemde cultuur, denken zij: "Ik ben anders". Wanneer Amerikanen (en Canadezen, Britten,
Aussies) met een vreemde cultuur in aanraking komen, denken zij "ik ben
beter". Het is ook waar dat vooral de Amerikanen, maar de gehele
blanke en Engels sprekende wereld in het algemeen, geen respect hebben voor, en
geen waarde zien in enige andere cultuur, omdat zij heimelijk geloven dat de
hele wereld zoals zij wil zijn en dat aanspraken op culturele bescherming
slechts een excuus zijn om het onvermijdelijke te vermijden, namelijk
Amerikaanse klonen te worden. Het is in deze gecombineerde en ingewikkelde
context dat oprechte individuele westerlingen trachten China te begrijpen, een
buitengewoon moeilijke taak onder de gegeven omstandigheden.
De Chinezen worden niet gehinderd door de
verschrikkingen van het christendom of de partijpolitiek, en zij bekijken
gebeurtenissen van buitenaf meestal niet door een vertekenende lens.
Westerlingen zijn er dol op de Chinezen af te schilderen als gehersenspoeld,
maar in mijn lange ervaring zijn de Chinezen het minst gehersenspoeld van alle
volkeren, terwijl de Amerikanen in dit opzicht de grote voorbeeldfiguren zijn.
Als gevolg van al het bovenstaande kunnen
westerlingen, wanneer zij naar enig aspect van China kijken, het wel duidelijk
zien, maar meestal niet begrijpen wat zij zien. Omdat zij de wereld door hun
ideologische bril bekijken, interpreteren zij hun misverstand in termen van wat
die gebeurtenis zou betekenen indien zij zich in hun land en in hun cultuur zou
voordoen. En op grond van deze verkeerde interpretatie van een misverstand
vellen zij dan oordelen en trekken zij conclusies die onveranderlijk verkeerd
en vaak dwaas zijn.
Zo zei een vooraanstaand Amerikaans politica onlangs
in een interview dat de Chinezen zich moeten ontdoen van wat zij noemde hun
"verlegenheid en gebrek aan zelfvertrouwen".
Het ging haar begrip te boven om te beseffen dat wat
zij zag noch verlegenheid noch een gebrek aan zelfvertrouwen was, maar
bescheidenheid, een van de mooiste kenmerken van het Chinese volk. Noah Webster
schreef "bescheidenheid vloeit voort uit zuiverheid van geest", en
verder dat "ongekunstelde bescheiden heid de zoetste charme is van
vrouwelijke voortreffelijkheid, het rijkste juweel in het diadeem van hun
eer." Westerlingen zijn vaak geneigd het eens te zijn met de beoordeling
van bovengenoemde politicus, omdat Chinezen zelden zullen reageren of reageren
op deze openlijke provocaties, maar het gebrek aan reactie is meestal gewoon
omdat de Chinezen te bescheiden en te beleefd zijn om je te vertellen wat zij
werkelijk van je denken. Ik kan getuigen dat het de Chinezen in vergelijking
met alle andere beschavingen niet aan zelfvertrouwen ontbreekt en dat zij ook
weinig respect hebben voor de Amerikaanse versie van "in your face",
die zij niet zien als zelfvertrouwen maar als arrogantie, onbeschoftheid en
gebrek aan respect. En ja, ik weet beter dan u dat sommige Chinezen zich zeer
slecht kunnen gedragen, zoals veel toeristen, maar dat zijn in geen geval
typische Chinezen, maar een soort afwijkende subgroep die ik nog niet duidelijk
heb kunnen definiëren.
Een ander voorbeeld: ik liep op straat met een
Amerikaanse kennis die een opmerking maakte over de wildgroei van
"rolstoel-hellingen" die op vrijwel elk kruispunt in elke stad, klein
of groot, te vinden zijn. Vervolgens gaf hij mij een uiteenzetting over China,
het Chinese volk en de Chinese cultuur, gebaseerd op de klaar-blijkelijke
alomtegenwoordig- heid van deze passages. Ik moest mijn opvoeding onderbreken
om hem te vertellen dat het geen rolstoelhellingen waren, maar dat ze bedoeld
waren voor fietsen.
Meer dan een paar westerse journalisten hebben ons
verteld dat het percentage veroordelingen van aangeklaagde misdadigers in China
99,9% bedraagt, een getal dat uit de lucht is gegrepen omdat China deze
statistieken niet voor alle gerechtelijke niveaus van alle steden en districten
bij elkaar brengt en publiceert. Het vergelijkbare veroordelingspercentage in
het Westen, althans voor Canada en de VS, is echter ongeveer 60% of iets
minder, waarbij dit verschil wordt toegeschreven aan het hoogste niveau van
democratische maagdelijkheid in het Westen en een buiten-gewoon hoog niveau van
corruptie bij politie en justitie in China. Maar is dat noodzakelijkerwijs
waar?
Belangrijker nog, wat betekent het percentage van 60%
veroordelingen in het Westen? Het betekent dat bijna de helft van alle mensen
die van een misdaad worden beschuldigd, in feite onschuldig was en dat er het
trauma en de kosten van een rechtszaak voor nodig waren om een onschuldige man
uit de gevangenis te houden. Of, als we koppig willen zijn, kunnen we dit van
de andere kant bekijken en beweren dat 100% van de aangeklaagden in feite
schuldig waren, maar dat een slimme en dure advocaat hen vrijuit heeft laten
gaan. Is dat beter?
Het is waar dat China een hoog percentage
veroordelingen kent, maar dat komt omdat de Chinese politie misschien wel de
grondigste en nauwgezetste onderzoeken van alle landen uitvoert. De politie zal
geen aanklacht indienen voordat zij 100% zeker is van iemands schuld en ook dat
zij niet alleen voldoende bewijs heeft voor een veroordeling, maar ook het
grootste aantal indirecte bewijzen, zodat een rechter de meest geschikte straf
kan bepalen. Het is het westerse systeem dat corrupt is en ernstige gebreken
vertoont, niet dat van China, en China heeft geen FBI om frauduleuze
aanklachten in te dienen als methode om politieke dissidenten te intimideren.
Ik stond eens op het Maglev-platform van de luchthaven
Pudong in Sjanghai en keek toe hoe een man en zijn vrouw een verhitte discussie
voerden met een politieagent, die verschillende minuten duurde. Ik was niet
dichtbij genoeg om het onderwerp van hun discussie te weten te komen, maar de
ruzie eindigde ermee dat de vrouw van de man de politieman tegen zijn schenen
schopte. Ik kan me meer dan een paar westerse steden voorstellen waar dat geen
goed idee zou zijn geweest.
De waarheid is dat de mensen in China niet bang zijn
voor de politie. In Canada of de VS zal niemand een politieauto passeren die op
de snelweg tegen de maximumsnelheid rijdt, maar in China gebeurt het
voortdurend. Ik maakte daar een opmerking over aan een vriend die zei:
"Waarom zou ik bang voor hem zijn? Hij is mijn dienaar, niet mijn
meester." In China kan ik met een politieagent redetwisten en zijn
conclusies aanvechten zonder bang te hoeven zijn voor arrestatie wegens
"wanordelijk gedrag", maar in het echte leven gaat het veel verder
dan dat.
Ik stak eens een sigaret op in een winkelcentrum (Ja,
ik weet het. Vertel het me niet), en een politieagent kwam naar me toe om te
zeggen dat ik in het winkelcentrum niet mocht roken. Natuurlijk wist ik dat al;
ik was in gedachten verzonken en dacht niet na. Ik zei hem dat, en ik
verontschuldigde me en zei hem dat ik zou vertrekken. Hij liep met me mee tot
aan de deur, zijn collega kwam erbij en zei iets grappigs en we lachten, en ik
ging naar buiten. Ik zag hen toen ik terugkwam, ik zwaaide en zij zwaaiden
terug, en we waren vrienden. De belangrijke overweging is dat hij mij niet
wilde straffen; hij wilde geen oorlog beginnen; hij wilde gewoon niet dat ik in
zijn winkelcentrum rookte. Zolang ik bereid was, was een waarschuwing
voldoende.
Als ik per ongeluk met mijn auto op een plek rijd waar
dat niet mag, is het resultaat hetzelfde. In Chinese steden zien we soms een
auto op een stoep geparkeerd staan, meestal omdat de eigenaar dringend even
moet stoppen in een stedelijk gebied waar parkeren bijna onbestaande is en het
verkeer druk. Maar zolang de straat vrij is en het trottoir voldoende ruimte
biedt voor voetgangers om te passeren, zal de politie de auto korte tijd
negeren; auto's worden gewoonlijk alleen weggesleept als zij daadwerkelijk het
verkeer blokkeren en bedrijvigheid veroorzaken; nooit als middel om inkomsten
te innen zoals in het Westen zo gebruikelijk is.
Dit terzijde, maar het enige land ter wereld dat
vergelijkbaar is met China (voor zover ik weet) is Italië. In Rome vroeg ik
eens aan een politieagent (dit is een waar gebeurd verhaal) of ik mijn auto een
paar minuten op een oprit mocht laten staan terwijl ik naar de overkant liep
voor een snelle kop koffie. Hij stemde toe, maar vroeg me mijn sleutels in de
auto te laten voor het geval hij hem zou moeten verplaatsen. De oprit was de
noodingang van een ziekenhuis.
In de VS, in Canada en in veel Europese landen krijg
je permanente spijt als je langer blijft dan een visum, zelfs al is het maar
één dag. Normaal gezien zit je in een gevangeniscel tot je je boete hebt
betaald en een betaald ticket hebt om het land te verlaten, waarna de politie
je naar het vliegveld brengt om je op het vliegtuig te zetten, en het je een
hele tijd verboden zal zijn om terug te keren. Ik heb ooit mijn visum in China
met ongeveer drie weken overschreden, hoewel ik me verdedigde met te zeggen dat
het te wijten was aan een misverstand dat niet mijn schuld was, een excuus dat
me in Canada of de VS geen sympathie zou opleveren. Maar toen ik door de
douane- en immigratiegang van China liep, keek de beambte me streng aan en zei:
"Weet je, dat moet je niet doen". Pas toen begreep ik wat er gebeurd
was, en toen hij begreep dat ik onopzettelijk een overtreding beging en dat ik
er oprecht spijt van had, liet hij me ongestoord aan boord van mijn vliegtuig
gaan. Nogmaals, hij wilde mij niet straffen, hij wilde geen oorlog beginnen, hij
wilde alleen dat ik mij aan de wetten hield.
Op een keer, om redenen die ik me niet kan herinneren,
heb ik al mijn rekeningen van nutsbedrijven netjes bij elkaar in een bureaulade
gelegd en ben ze vergeten. Een maand of twee later vond ik kleine witte briefjes
aan de buitenkant van mijn voordeur geplakt, die een verzoek tot betaling
waren. Het managementkantoor vroeg me de rekeningen en het geld bij hen achter
te laten, en zij belden de nutsbedrijven die een koerier stuurden om de
betalingen op te halen. Geen boete, geen rente, geen verwijten, geen ontzegging
van service. De nutsbedrijven wilden me niet straffen; ze wilden geen oorlog
beginnen; ze wilden alleen dat ik mijn rekeningen betaalde. Ik kwam eens thuis
na het eten om te ontdekken dat mijn huis geen elektriciteit had. Het was
slechts een stroomonderbreker die snel gereset was, maar op dat moment vroeg ik
me hardop af aan een vriendin of de elektriciteit misschien was afgesloten
omdat ik vergeten was mijn rekening te betalen, en zij zei "Ik heb nog
nooit van zoiets gehoord".
Westerlingen zijn gefascineerd door het Chinese
culturele concept Guanxi, dat volgens Wikipedia "de fundamentele dynamiek
in gepersonaliseerde sociale netwerken van macht definieert, die het best kan
worden omschreven als de relaties die individuen cultiveren met andere
individuen, en een cruciaal systeem van overtuigingen is in de Chinese
cultuur". Ook dat westerlingen de term gebruiken "in plaats van te
verwijzen naar "connecties" en "relaties", omdat geen van
deze termen voldoende de brede culturele implicaties weergeeft die Guanxi
beschrijft." (1) Dit is zowel waar als onwaar, en bewijst dat Wikipedia
Guanxi net zo min begrijpt als de columnisten van de New York Times. In het
Westen hebben we een gezegde dat luidt: "Het gaat er niet om wat je kent,
maar wie je kent", waarbij het concept van een individu dat voordeel haalt
uit vriendschappen en connecties universeel is en niet specifiek voor China.
Maar in China hebben vriendschappen en zogeheten
"connecties" een smaak van vertrouwen en verantwoordelijkheid die
nergens anders in de wereld bestaat, althans niet voor zover ik weet. Een goede
vriendin kocht een nieuw huis voor haar ouders en wilde de volledige prijs
contant betalen bij de ondertekening van het contract om te kunnen profiteren
van een aantrekkelijke korting.
Ze kwam $200.000 tekort en belde om te vragen of ik
haar het geld wilde lenen om de betaling te voltooien. Ik stemde toe zonder er
zelfs maar over na te hoeven denken, en maakte het geld dezelfde dag nog over
op haar rekening. Als ik me goed herinner, gaf ze me op een gegeven moment een
schuldbekentenis, maar ik heb geen idee wat ik daarmee gedaan heb, en de lening
werd terugbetaald. Omgekeerd, toen ik mijn laatste huis kocht, wilde ik om
dezelfde reden het hele bedrag contant betalen met het koopcontract, maar het
grootste deel van mijn geld zat vast in bank GIC's die pas over enkele maanden
zouden vervallen en ik kwam $35.000 tekort. Ik was met een andere vriendin over
mijn huis aan het praten en vroeg of zij mij het geld wilde lenen. We liepen
onmiddellijk naar de overkant van de straat naar haar bank en ze gaf me het
geld, zonder vragen te stellen.
Vlakbij mijn huis is een biologische
aardbeienkwekerij, met de zoetste aardbeien die ik ooit heb geproefd (ook de duurste).
Soms kocht ik een mandje als cadeau voor de meisjes van het kantoor van de
huisbeheerder. Op een dag sloot ik mezelf buiten, omdat ik vergeten was de
sleutels op kantoor achter te laten. Maar een jong meisje op kantoor deed veel
moeite om een slotenmaker te vinden, die 40 km verderop uit een andere stad
moest komen om mijn deur open te maken. Toen ik ontdekte dat ik geen geld had
om hem te betalen, onderhandelde het meisje, misschien pas 20 jaar oud, over de
prijs van de man verminderd met 40% en betaalde hem van haar eigen rekening.
Te zeggen dat dergelijke dingen in het Westen niet
zouden gebeuren, zelfs niet met familie, is een enorm understatement. In China
zijn ze normaal, gesteund door een culturele kwaliteit van vertrouwen en
verplichting die niet kan worden doorgrond door iemand die in het Westen woont.
De Engelse taal, hoe nauwkeurig ook, heeft geen woordenschat om de kwaliteit
van deze relaties en de onlosmakelijke verplichting die er inherent aan is, uit
te leggen.
Een belangrijke klacht van bedrijfsleiders, vooral
Amerikanen, over China is dat de Chinezen zich vaak niet houden aan de
voorwaarden van een contract. Vanuit Amerikaans gezichtspunt hebben zij gelijk,
maar dat Amerikaanse gezichtspunt is even zwart-wit als hun politieke religie,
vandaar de cultuurschok. Voor de Amerikanen is de Chinese ondertekening van een
contract slechts een tussenstadium in een permanent onderhandelings-proces,
terwijl het met recht deel zou moeten uitmaken van de Tien Geboden, aangezien
het in steen geschreven staat. Dit is gemakkelijk te begrijpen, maar het gaat
volledig voorbij aan het westerse ideologische intellect.
Ik wil hier een analogie gebruiken, één die China met
Japan vergelijkt, maar die evenzeer op het Westen van toepassing is. Japanse
eetstokjes lopen spits toe en wanneer Japanners vis eten, kunnen zij met deze
eetstokjes gemakkelijk eerst alle graten eruit peuteren en dan de vis opeten.
Maar Chinese eetstokjes lopen niet spits toe en zijn meestal stomp aan de
uiteinden. De Chinezen eten dus de hele vis op en halen er dan één voor één de
graten uit. In het Westen, zien we een huwelijk op deze manier. We weten dat er
in de toekomst moeilijke perioden zullen zijn, maar we willen het huwelijk en
we gaan verder met de impliciete afspraak dat we ons door die perioden heen
zullen werken wanneer ze zich voordoen. De Chinezen passen dezelfde intentie
toe op zakelijke transacties. Het is niet verkeerd, het is alleen anders.
Op een dag, toen mijn kinderen nog veel jonger waren,
kwam ik thuis en trof een gebroken raam aan. Ik vroeg wat er was gebeurd en wie
het had gedaan, en een van mijn zoons bekende. Maar wat denkt u dat mijn
reactie zou zijn geweest als mijn zoon had gezegd: "Ik weiger te
antwoorden omdat ik mezelf misschien in een kwaad daglicht stel" of erger
nog, als hij had gezegd: "Ik denk niet dat u kunt bewijzen dat ik het heb
gedaan, dus ik pleit niet schuldig. Doe je best maar." Ik ben van nature
een zachtaardig mens, maar een kind van mij dat zo'n standpunt inneemt, zou een
klap op zijn hoofd krijgen die hij niet zou vergeten.
En nu komen we bij het rechtssysteem van China, dat op
precies dezelfde manier werkt als wij onze kinderen opvoeden. Als je betrapt
wordt op iets verkeerds, beken je, geef je je misdaad toe en, als je een beetje
gezond verstand hebt, verontschuldig je je, betuig je spijt voor wat je gedaan
hebt en werp je jezelf over aan de genade van je vader. Het helpt enorm als je
spijt en verontschuldigingen oprecht zijn. Maar met de Chinese politie en
rechtbanken, als je koppig en arrogant wilt zijn en de politie wilt dwingen tot
een langdurig onderzoek en de rechtbanken tot een langdurig proces, zul je geen
genade krijgen als je schuldig wordt bevonden, en geen slimme advocaat zal je
redden. Dat is precies wat we onze kinderen leren. Als een kind liegt en de
schuld probeert te ontlopen, zal de straf onvermijdelijk zwaarder zijn, en zo
hoort het ook. In die zin is het Chinese rechtssysteem perfect, terwijl het
Westerse systeem domweg gebrekkig is. In Chinese rechtbanken is het advocaten niet
toegestaan te liegen of oneerlijke verdachtmakingen te doen of kwetsbare
getuigen aan te vallen, zoals zij in het Westen doen.
Hetzelfde geldt voor het proces van
"plea-bargaining" dat de Amerikanen wanhopig aan China proberen op te
dringen als een superieure methode om misdaad aan te pakken. Maar het is niet
superieur; het is in plaats daarvan een enorme fraude die wordt gepleegd.
Het probleem is dat Chinese rechters bijna ongevoelig
zijn gebleken voor omkoperij en dat Chinese advocaten niet zijn opgeleid om in
een rechtszaal te liegen. Dus wat te doen wanneer Amerikanen in China van
misdrijven worden beschuldigd, zoals steeds vaker gebeurt en steeds vaker zal
gebeuren? Het voordeel van "plea-bargaining" is dat rechterlijke
beslissingen en vonnissen worden onttrokken aan de rechters en de gerechtshoven
en dat deze discretie wordt overgedragen aan twee groepen advocaten, op grond
van de hoopvolle theorie dat advocaten gemakkelijker kunnen worden omgekocht
dan rechters. Nogmaals, in dit opzicht is het Chinese systeem perfect, terwijl
het Westerse (Amerikaanse) rechtssysteem zo ernstige gebreken vertoont. We
hoeven alleen maar te denken aan de recente gebeurtenissen in de VS, waar
Jeffrey Epstein 200 jaar gevangenisstraf ontliep voor zijn internationale handel
in minderjarigen, wat alleen maar mogelijk was door beslissingen over schuld en
straf bij de rechtbanken weg te halen en deze volledig in handen te leggen van
advocaten en geld, en dit alles zonder het voordeel van zonlicht.
Laten we even teruggaan naar de Westerse media. Ik
begin met John Bussey van de Wall Street Journal, die in een kort artikel
getiteld "China: Bullying to Prosperity', een Nobelprijs won voor
oneerlijke en onethische berichtgeving. Dit was een deel van zijn artikel:
"Toekijken hoe China Wal-Mart Stores deze week
intimideert - en kijken hoe Wal-Mart zichzelf vernedert onder het pak slaag -
is een gênante herinnering aan een simpel feit: China, 's werelds snelst
groeiende grote markt, heeft de overhand op het Amerikaanse bedrijfsleven. Zijn
reeks protectionistische barrières, zwakke rechtsstaat en sirene-achtige markt
maken gebeurtenissen als deze zo goed als onvermijdelijk. In de winkels van het
bedrijf in de stad Chongqing werd niet-biologisch varkensvlees geëtiketteerd
als "biologisch". Dit was de fout. Het varkensvlees was verder in
orde. Naar aanleiding van deze vergissing, in een tijd waarin inflatie in China
een heet hangijzer is, beschuldigden ambtenaren Wal-Mart ervan het publiek te
bedriegen door hoge prijzen te vragen voor normaal vlees. Zij legden het
bedrijf een boete op, sloten alle 13 Wal-Mart-winkels in de stad en zetten een
aantal Wal-Mart-werknemers gevangen. De acties hebben veel aandacht gekregen in
de nationale media. In het autoritaire China is er weinig of geen verhaal
mogelijk wanneer een Amerikaans bedrijf zoiets overkomt. Er zijn geen gewone
rechtbanken. Net als veel andere Amerikaanse bedrijven die in China tegen
nationalistische sentimenten zijn aangelopen, kon Wal-Mart alleen maar om
vergiffenis smeken. Het heeft bijna 350 winkels in China met een omzet van $7.5
miljard. Dus ging Wal-Mart op zijn knieën." Hij eindigde met een
verbazingwekkende bewering waarin hij handig een (niet-bestaand)
"Amerikaans kaderlid in Peking dat deze zaken volgt" citeerde, die
zogenaamd zei dat Wal-Mart veel meer had gedaan dan Chinese bedrijven "om
de veiligheid van de voedselvoor-ziening [van het land] veilig te
stellen." (2)
We zouden allemaal medelijden moeten hebben met het
arme baby-Wal-Mart, met slechts $7,5 miljard aan inkomsten in China en
gedwongen om "op de knieën te gaan" omdat "er geen reguliere
rechtbanken zijn" en het "autoritaire" China "een zwakke
rechtsstaat" heeft. Slecht China, geen twijfel mogelijk.
Maar dat is niet precies hoe het was. China had al
jaren problemen met Wal-Mart die herhaaldelijk alle wetten overtrad. Diezelfde
winkels verkochten jarenlang gewoon varkensvlees met het etiket
"biologisch" en werden telkens betrapt en beboet voor een onbeduidend
bedrag, alleen al 8 keer in de afgelopen 7 maanden. Het was zo erg dat toen de
inspecteurs de winkel verlieten met de in beslag genomen illegale producten,
het personeel van Wal-Mart al bezig was om nog meer gewoon varkensvlees als
biologisch te etiketteren. Het was gewoon een spel waarbij de
detailhandelsprijs verschillende malen hoger lag en de winsten zo enorm waren
dat de overlast van inspecteurs triviaal was. Wat het spel veranderde, was dat
de inspecteurs deze laatste keer bij het verlaten van de winkel een verkeerde
afslag namen en in een koelruimte terechtkwamen met 75.000 kilo gewoon
varkensvlees dat als biologisch was geëtiketteerd. En zo was Wal-Mart "de
veiligheid van China's voedselvoorziening aan het veiligstellen".
Maar volgens Bussey van de WSJ maakte een lage
bediende een onschuldige "fout" en etiketteerde hij een paar pakjes
vlees verkeerd, maar de gemene, autoritaire Chinese regering, die geen
rechtbanken en geen rechtsstaat kent, dwong het bedrijf "op de knieën te
gaan".
Ik kan tientallen zwaar gedocumenteerde gevallen
noemen waarin buitenlandse bedrijven, meestal Amerikaanse, in China de meest
flagrante misdaden hebben begaan, maar toch herhaaldelijk werden gewaarschuwd
in plaats van streng te worden gestraft zoals in elk westers land het geval zou
zijn geweest. In één geval werd Coca-Cola gedwongen ongeveer 100.000 dozen
gebottelde drank te vernietigen wegens een afschuwelijk hoog chloorgehalte dat,
zo werd ontdekt, in de drankjes was gegoten om een even hoog gehalte aan fecale
bacteriën te doden. In het Westen zou de bedrijfsvergunning van het bedrijf
zijn ingetrokken, vooral gezien de leugens die het bedrijf vertelde, waarbij
het zelfs op de nationale televisie ging beweren dat hun product "volkomen
veilig" was, terwijl dat duidelijk niet het geval was. Het is ook
vermeldenswaard dat van de tien grootste consumentenfraudes die de laatste
jaren in China zijn gepleegd, acht door Amerikaanse bedrijven zijn gepleegd,
zoals P&G, OSI, Nike, GSK en KFC. (3)
(4)
In een soortgelijk geval berichtten de westerse media
ad nauseum dat "een Chinese mensenrechtenadvocaat" door "de
Communistische Partij" gevangen was gezet, zogenaamd omdat hij een Chinese
mensenrechtenadvocaat was. Nogmaals, slecht China. Maar nogmaals, dat is niet
precies hoe het was.
Het was waar dat deze advocaat een of twee keer was
opgetreden voor iemand die een klacht had over het systeem, waarbij in de
westerse zionistische pers het verhaal werd geweven dat hij ten onrechte in de
gevangenis was gegooid omdat hij het had gewaagd te helpen bij het aanvechten
van de "autoritaire, totalitaire en wrede" "Chinese
dictatuur" en, erger nog, omdat hij het had gewaagd de wankele positie van
De Communistische Partij van China aan te vechten, die iedereen zou uitroeien
omwille van het behoud van hun "zwakke greep op de macht". In slechts
één van de bijna 100 artikelen die ik in de westerse pers over deze zaak heb
gelezen, werd zelfs maar gesuggereerd dat er sprake was van verzachtende
omstandigheden. In slechts één artikel werd in de allerlaatste zin vaag en
terloops melding gemaakt van "een belastingprobleem".
Dat "belastingprobleem" was iets meer dan
niets. In China zijn er verschillende classificaties van aankoopbonnen, waarvan
er slechts één bruikbaar is voor belastingaftrek van bedrijfskosten. In veel
Westerse landen is zelfs een kassabonnetje bruikbaar, maar in China moeten we
een officieel bonnetje hebben met een overheidsstempel. Aangezien deze
ontvangstbewijzen gelijk staan met een belastingkrediet van 25%, zijn ze
waardevol en worden ze soms verhandeld. Als ik officiële belastingkwitanties
heb die mijn bedrijf niet kan gebruiken, kan ik ze aan u verkopen tegen 10% van
de nominale waarde en kunt u 15% besparen op uw vennootschapsbelasting. In dit
geval hadden deze "mensen-rechtenadvocaat" en vier van zijn vrienden,
allen advocaten, een bedrijf gerund waarbij zij valse belastingbonnetjes
drukten en verkochten aan nietsvermoedende bedrijven, in totaal voor meer dan
300 miljoen dollar. Alle vijf werden gearresteerd en in de gevangenis gegooid,
maar volgens de zionistische media werd (alleen) deze hoofdadvocaat niet door
de rechtbank, maar door "de Communistische Partij" gevangen gezet, en
niet voor een massale valsmunterij, maar voor het verdedigen van de armen en
hulpelozen die het slachtoffer waren van de gemene communisten. Wanneer westerlingen
slechts een dieet van dagelijkse artikelen als deze voorgeschoteld krijgen door
hun meest betrouwbare media, hoe is het dan mogelijk dat iemand ook maar iets
over China nauwkeurig begrijpt?
China staat bekend om zijn lage misdaadcijfers. Steden
als Sjanghai en Beijing, samen met Tokio en Singapore, lopen in bijna alle
aspecten van persoonlijke veiligheid voorop in de wereld. Ik heb door bijna elk
deel van dit land gereisd, van de grootste steden tot het platteland, bij
daglicht en 's nachts, alleen en met gezelschap, en in 15 jaar kan ik eerlijk
zeggen dat ik me nooit de geringste zorg heb gemaakt over mijn persoonlijke
veiligheid, en dat die gedachte zelfs nooit bij me is opgekomen.
In deze context van afwezigheid van criminaliteit
heeft China cheques en kaarten aan de kant geschoven ten gunste van een
universeel betalingssysteem voor mobiele telefoons, maar het is in sommige
opzichten nog steeds een cashmaatschappij, die verrassend genoeg nog steeds
biljetten gebruikt voor veel grote transacties. In elke stad in China zien we
dagelijks mensen in de rij staan bij een geldautomaat, geduldig wachtend
terwijl één persoon enorme bundels biljetten in de machine stopt, 10.000 RMB
per keer, de stapel contant geld overschrijdt vaak de 50.000 US dollar. Dit is
zo'n alledaagse transactie dat iedereen het volkomen negeert. In de 15 jaar dat
ik in China ben, heb ik nog nooit gehoord dat iemand bij een geldautomaat
beroofd werd.
Stedelijke overheden in China onteigenen vaak grond in
de binnenstad met oude en vervallen woningen voor herontwikkeling, waardoor de
westerse media de "brutale, autoritaire verplaatsing" van burgers
afkeuren, maar nogmaals, dat is niet precies hoe het echt is. Deze oude
woningen zijn geen erfgoederen, maar meestal miserabele en verarmde eenkamerwoningen
die een gemeenschappelijke keuken en badkamer delen, waar ramen en deuren wind
en regen lekken, en die geen verwarming en airconditioning hebben. De
plaatselijke regeringen verplaatsen een hele kleine stadsgemeenschap naar een
buitenwijk waar ze mooie nieuwe appartementsgebouwen hebben gebouwd die gratis
aan de mensen worden afgestaan. De nieuwe woningen zijn een- of
tweeslaapkamer-appartementen, gebouwd volgens een goede standaard, met echte
toiletten en badkamers en keukens, veel mooier dan deze ontheemde burgers ooit
hadden kunnen hopen. Iedereen die niet wil verhuizen, krijgt een geldbedrag
voor zijn oude woning, maar aangezien huisvesting in de stad erg duur is, is
het aanvaarden van de nieuwe woning de universele optie. Op soortgelijke wijze
heeft de Chinese nationale regering onlangs meer dan 60.000 nieuwe woningen
gebouwd in Tibet, die gratis aan de mensen worden gegeven, om hen uit de
armoede te halen, hen samen te brengen in echte gemeenschappen, en het milieu
te helpen beschermen. De westerse media weigerden unaniem hierover te
berichten.
Verder nemen de Chinese nationale en stedelijke
regeringen maatregelen om de huizenprijzen te matigen op grond van de
dictatoriale communistische premisse dat huizen woningen zijn om in te wonen en
geen "activa voor speculatie en woekerhandel".
In de zeer grote centra zijn huizen vrij duur, veel
minder in de buitenwijken en tweede- en derde-rangs steden, maar toch bezit
ongeveer 90% van alle Chinezen een eigen huis en ongeveer 80% daarvan is
volledig afbetaald. Bankhypotheken zijn ongebruikelijk in China, hoewel zij tot
op zekere hoogte toenemen. De Chinezen houden niet van "het gevoel"
schulden te hebben en een hoge spaarquote zit in het Chinese DNA, wat leidt tot
een aanbetaling van 40% tot 50%, waarbij het saldo wordt geleend van de
uitgebreide familie en na verloop van tijd rentevrij wordt terugbetaald. China
is bij mijn weten het enige land waar een jong stel gemakkelijk geld voor de
aankoop van een huis kan lenen van tantes, ooms, neven, grootouders, en contant
kan betalen voor hun eerste huis, en stellen met een laag inkomen kunnen vaak
een goedkopere gesubsidieerde woning kopen van de overheid of, verrassend
genoeg, van veel staatsbedrijven die goedkope woningen bouwen met hun
overwinsten. Socialisme op zijn best.
In dit verband schreef ik in mijn artikel over het
socialisme dat er in Xi'An een school is met een van de mooiste campussen ter
wereld, hectaren groen gras, een zwembad van Olympische afmetingen,
bloementuinen, mooie appartementen en herenhuizen voor de faculteit en de
studenten. De school werd gebouwd met de overschotten van een plaatselijk
staatstabaksbedrijf dat iets aan de gemeenschap wilde geven. Het bedrijf heeft
niet alleen de school gebouwd, maar betaalt ook de jaarlijkse
exploitatiekosten.
Wat verder huisvesting (en andere belangrijke
aankopen) betreft, houden de Chinezen niet van het gevoel iets te kopen dat
gebruikt is, dit geldt voor huizen, auto's, grote apparaten. Als de Chinezen
een tweedehands auto kopen, zal het een eerste auto zijn en maximaal één of
twee jaar oud, de rest verdwijnt naar het platteland als tijdelijk maar
betaalbaar vervoer. Als een Chinees een tweedehands huis koopt, is zijn eerste
daad het volledig slopen van het interieur, het strippen van de hele woning tot
op het kale beton, en het opnieuw opbouwen van het hele huis om het
"nieuw" te maken, deze renovatie wordt gewoon als vanzelfsprekend
beschouwd als onderdeel van de aankoopkosten.
Laten we even terugkomen op de onbetaalde
energierekeningen. In het Westen sluiten nutsbedrijven elektriciteit of gas
onmiddellijk op de vervaldag af, en rekenen de huiseigenaar vervolgens een
aanzienlijke heraansluitingsvergoeding, een financiële boete en extra rente op
het verschuldigde bedrag.
Deze harde houding is verrassend genoeg afgeleid van
het verwrongen christendom van het Westen, waar je volgens de bankiers een
zonde hebt begaan - een overtreding tegen God - door je rekening niet op tijd
te betalen en het dus "verdient" om gestraft te worden. Het
nutsbedrijf sluit uw elektriciteit niet af omdat het geld nodig heeft, maar
omdat het u wil straffen, om u te laten lijden voor uw overtreding tegen de god
van het geld. De Chinezen, die niet terminaal besmet zijn met deze
heiligschennende versie van religie, kunnen het bestaan van een dergelijke
houding niet bevatten. Het Westen, in zijn ijver China te vernietigen, kan op
zijn beurt het concept niet doorgronden dat "vrijheid van godsdienst"
inherent de mogelijkheid van vrijheid van godsdienst inhoudt. Maar de Chinezen
hebben wel degelijk wat wij een godsdienst zouden kunnen noemen (naast het
boeddhisme), een die voortkomt uit Confucius en die zachtmoedigheid, vergeving
en begrip onderwijst. Confucius onderwees alleen hervorming en opvoeding, nooit
bestraffing, tenminste niet in een civiele context. Dit brengt ons tot de
verrassende maar onontkoombare conclusie dat de Chinezen veel betere christenen
zijn dan de christenen zelf.
Dit is een van de redenen waarom China, met meer
inwoners dan de VS en Europa samen, slechts 1/1.000ste van het aantal advocaten
heeft. De Chinese manier is om geschillen op te lossen door discussie en
onderhandeling, nooit met geweld. Dit is zo waar dat op veel politiebureaus in
China de eerste kamer die je ziet als je door de deur loopt een
"onderhandelingskamer" of een "kamer voor
geschillenbeslechting" is. De politie zal vele vormen van geschillen
matigen die mogelijk kunnen worden bijgelegd zonder het indienen van een
strafrechtelijke aanklacht of een civiele rechtszaak. De Amerikaanse manier, en
in feite de manier van de blanke man, is om de politie te bellen en een
advocaat in te huren, hetgeen de reden is waarom Amerikanen elk jaar meer
uitgeven aan advocaten dan aan de aankoop van nieuwe auto's. De Chinese manier
is beter.
Dit is waarschijnlijk een geschikte plaats om erop te
wijzen dat, afgezien van de normale grensgeschillen tussen buurlanden, alle
oorlogen in de wereld zijn begonnen door de christenen en de joden, in het
voetspoor van hun God wiens belangrijkste gebod was "Gij zult niet
doden". Voor het geval u het niet weet, China is nog nooit een oorlog
begonnen met wie dan ook, en de laatste veldslag van het land was een kleine
grensschermutseling ongeveer 50 jaar geleden, een die begonnen was door India
en niet door China.
Een aanwijzing voor de inherente socialistische en
humanitaire aard van het Chinese volk is hun houding tegenover innovatie en
intellectuele eigendom, een belangrijk twistpunt tussen China en het
kapitalistische Westen. In het Westen werden octrooien in het verleden verleend
voor een periode van slechts drie jaar, genoeg tijd voor een uitvinder om zijn
uitvinding te produceren of te verkopen, en dit alleen voor creaties die geacht
werden maatschappelijk nuttig te zijn. Er was geen octrooibescherming voor de
plastic borsten van Barbie of de belachelijke "rechthoek met afgeronde
hoeken" van Apple.
We kunnen het ook zo zien: als u mij een humoristisch
verhaal vertelt en ik herhaal het aan een andere persoon, bent u niet beledigd
als ik u niet als "de eigenaar" van de grap noem en in feite bent u
blij dat mijn waardering voldoende was om de grap door te vertellen. Dit is in
wezen het Chinese standpunt over innovatie. Zij zijn niet beledigd dat u een
creatie zo goed vindt, dat zij die kopiëren en verbeteren, en in het echte
leven leidt deze vlaag van activiteit van het hele volk dat een nieuwe
uitvinding omringt tot echte creativiteit en ontwikkeling. De meeste nieuwe
uitvindingen zijn in het begin primitief en vereisen veel aanpassingen en
wijzigingen om uiteindelijk tot de perfecte vorm te komen. Bij gebrek aan de
hinderpalen voor innovatie en concurrentie die door de brutale wetten van het
Westen op de intellectuele eigendom worden opgeworpen, bestaat de natuurlijke
Chinese manier erin toe te staan dat een nieuwe uitvinding zich onder de nationale
bevolking verspreidt, waar potentieel miljoenen mensen zullen bijdragen tot de
wijziging en ontwikkeling ervan, wat niet alleen resulteert in een
verbazingwekkend snelle evolutie van een nieuw produkt, maar ook in de vrije
mogelijkheid ervan ten goede te komen aan de gehele bevolking in plaats van
angstvallig beperkt te blijven tot het egoïstische voordeel van één persoon.
Dit is de reden waarom de Chinese wetgeving inzake intellectuele eigendom zo
veel minder agressief is dan die van het Westen, vooral van de VS. De
natuurlijke, aangeboren en diepgewortelde Chinese zorg gaat uit naar het
voordeel van de natie, van alle mensen, en ik vrees dat China wordt
gecorrumpeerd door de wrede hebzucht die inherent is aan het westerse
kapitalisme, zoals blijkt uit de "verscherping" van de wetgeving
inzake intellectuele eigendom in het land.
Er is nog een ander punt dat hier moet worden vermeld,
namelijk het tempo van de veranderingen in China. Westerse landen hadden het
beste deel van 100 jaar nodig om te industrialiseren en van een agrarische
samenleving over te schakelen op stedelijke ontwikkeling, terwijl China dit in
misschien 30 jaar, één generatie, voor elkaar kreeg. Wanneer jonge mensen in
China vandaag trouwen, willen zij een nieuw huis, een nieuwe auto en een
buitenlandse vakantie. Toen hun ouders trouwden, wilden zij een fiets, een
radio en een naaimachine. Ik heb veel Chinezen van begin dertig gesproken die
mij vertelden dat zij zich, toen zij nog maar tien jaar geleden aan de
universiteit afstudeerden, niet hadden kunnen voorstellen dat zij pas tien jaar
later een nieuw huis zouden bezitten, een auto zouden hebben en op Europese
vakanties zouden gaan.
Het is de verdienste van de nationale regering van
China en de buitengewone kwaliteit van haar leiders dat deze spanningen in
goede banen zijn geleid, terwijl de samenhang in de Chinese samenleving bewaard
is gebleven, waarbij de uitzonderingen meestal van ondergeschikt belang waren.
Dit is zo waar dat consequent in alle opiniepeilingen
ten minste 85% en vaak 95% van de bevolking groot vertrouwen in hun regering
uitspreekt en hun acties steunt. (5)De NYT heeft onlangs een hoofdartikel gepubliceerd dat
hen in het schrijven moet hebben doen stikken, maar waarin met tegenzin wordt
toegegeven dat de Chinezen hun regeringsstelsel in grote lijnen steunen en dat
het voor hen zeer goed lijkt te werken. In een artikel in het tijdschrift The
Economist betreurde de schrijver, diep geschokt, het feit dat "een
verontrustend hoog percentage van de Chinese bevolking zeer tevreden lijkt te
zijn met hun regering". Enkele jaren geleden probeerden de Amerikanen, die
deze statistieken niet geloofden, het Chinese volk tot een
"Jasmijnrevolutie" uit te lokken door de Chinese sociale media te
overspoelen met een oproep om in Wangfujing in het centrum van Peking samen te
komen om te protesteren tegen hun "brutale totalitaire regering".
Helaas voor de Amerikanen hadden de Chinezen daar geen belangstelling voor en
kwam niemand opdagen om te protesteren.
De enige deelnemer was de toenmalige Amerikaanse
ambassadeur Jon Huntsman, die de (niet-bestaande) resultaten van zijn handwerk
kwam bekijken, en door het aanwezige winkelend publiek werd herkend en zo
belachelijk gemaakt dat hij zijn staart tussen de benen stak en op de vlucht
sloeg. (6)
Echter, door de snelheid van de sociale veranderingen
is het in het China van vandaag mogelijk
overblijfselen van de vorige generatie ongerijmd te zien vermengd met die van
de nieuwe tijd. Dit betekent dat uw beeld van China sterk gekleurd kan zijn
door uw focus. De nationale regering heeft inderdaad in zeer korte tijd 800
miljoen mensen uit de armoede gehaald, maar we kunnen nog steeds plekken van
armoede vinden, eenvoudigweg omdat het niet mogelijk is om alles tegelijk te
doen. Zo kunnen we ergens op een treinstation in één oogopslag de strakste en
snelste hogesnelheidstreinen van de vijfde generatie van 350 km/uur zien naast
een trein van de eerste generatie van 50 km/uur. Wanneer totaal verschillende
generaties gelijktijdig naast elkaar bestaan, kunnen we naar elke sector kijken
en bewijzen vinden om te bewijzen wat we maar willen. Degenen die China in een
kwaad daglicht willen stellen, kiezen gewoon een punt dat het land in een
ongunstig daglicht stelt en presenteren dat als de basisconditie van het hele
land.
*
Het
werk van Mr. Romanoff is vertaald in 32 talen en zijn artikelen zijn geplaatst op meer dan
150 anderstalige nieuws- en politieke websites in meer dan 30 landen, alsmede
op meer dan 100 Engelstalige platforms. Larry Romanoff is een gepensioneerd
management consultant en zakenman. Hij heeft leidinggevende functies bekleed
bij internationale adviesbureaus en was eigenaar van een internationaal
import-exportbedrijf. Hij is gastprofessor geweest aan de Fudan Universiteit
van Shanghai, waar hij casestudies over internationale zaken heeft
gepresenteerd aan EMBA-klassen. De heer Romanoff woont in Shanghai en is
momenteel bezig met het schrijven van een serie van tien boeken die in het
algemeen betrekking hebben op China en het Westen. Hij is een van de auteurs
van Cynthia McKinney's nieuwe bloemlezing ‘When
China Sneezes’. (Chapt. 2 — Dealing with Demons).
Zijn
volledige archief is te zien op: https://www.moonofshanghai.com/
en http://www.bluemoonofshanghai.com/
Hij kan worden gecontacteerd op: 2186604556@qq.com
*
Notes
(2) John Bussey | The Wall Street Journal
(3) China
scandal costs OSI Group hundreds of millions
(4) Drug Giant
Faced a Reckoning as China Took Aim at Bribery
(5) http://www.unz.com/article/should-we-compete-with-china-can-we/
(6) China’s
jasmine revolution: police but no protesters
Copyright © Larry Romanoff, Moon of Shanghai, Blue Moon of Shanghai, 2021