Patenten, Diefstal van
Intellectuele Eigendom (IE), Productpiraterij en VS-China Betrekkingen.
Door: Larry Romanoff, 17 December 2019
Nederlandse vertaling: Martien
Er is één factor die sterk heeft bijgedragen tot de
huidige rijkdom van Amerika, die de Amerikaanse geschiedenis-boeken lijken te
verwaarlozen. De Amerikaanse regering en bedrijven produceren tegenwoordig massa's
propaganda waarin China ervan wordt beschuldigd Amerikaanse producten of ideeën
te kopiëren, geen respect te hebben voor Amerikaanse intellectuele eigendom, maar de Amerikanen zijn al 200 jaar of
langer 's werelds meesters op het gebied van diefstal van intellectuele
eigendom en product-piraterij.
Gedurende het grootste deel van het vroege bestaan van
de natie kopieerden Amerikaanse bedrijven vrijelijk en zonder compensatie alles
wat in Europa werd gemaakt. Zij kopieerden niet alleen vrijelijk, maar de
regering van de VS hief ook onmogelijk hoge tarifaire belemmeringen op tegen
buitenlandse producten, zodat de originelen uit Europa te duur zouden zijn om
in Amerika te worden verkocht, terwijl de fabrikanten van de plaatselijke
kopieën natuurlijk floreerden. Bovendien loofde de regering van de VS reeds aan
het eind van de 19e eeuw vaak beloningen van 20.000 tot 50.000 US-dollar -
evenveel als de inkomsten van verscheidene levens - uit aan eenieder die
buitenlandse technologie kon stelen en kopiëren, zoals gebeurde met de
lakenweefmachines die een eeuw lang de ruggengraat van de Britse industrie
vormden.
Toen de grote Amerikaan Thomas Jefferson ambassadeur van de VS in Frankrijk was, spande hij
samen om een soort "wonderrijst" uit Italië te stelen en naar het
buitenland te smokkelen, omdat die rijst verboden was voor uitvoer en verkoop
aan buitenlanders. Jefferson was een moedig man, want ondanks zijn diplomatieke
onschendbaarheid stond op de diefstal de doodstraf als hij betrapt zou worden.
Dit diefstalproces gold voor bijna elk denkbaar voorwerp. Veel Engelse auteurs
waagden het niet om hun populaire werken ooit in de VS te verkopen, vanwege de
invoerregels en de hoge invoerrechten, maar toen zij naar Amerika reisden,
waren zij meer dan verbaasd dat hun boeken overal in de winkels te koop waren.
Toen Charles Dickens ontdekte hoe omvangrijk de piraterij van
zijn werken in de VS was, schreef hij een boek waarin hij de Amerikanen als
dieven veroordeelde, een boek dat onmiddellijk werd gekopieerd en overal in de
VS te koop werd aangeboden.
Gedurende het grootste deel van 200 jaar negeerden de
VS het intellectuele eigendom, de patenten, de auteursrechten, van om het even
welke persoon of onderneming uit om het even welk land. De waarheid is dat Amerikanen, als Amerikanen, nooit veel hebben
uitgevonden, hun enige binnenlandse creaties waren hardware waarmee meer mensen
sneller en van een grotere afstand konden worden gedood. Maar nu zij de
machinist zijn op de IP-trein, zijn Amerikaanse bedrijven plotseling religieus
geworden en zijn zij schijnheilig bezitterig geworden, anderen veroordelend
voor precies dezelfde dingen die zij zo lang zo vrijelijk hebben gedaan.
Stephen
Mihm heeft een uitstekend boek geschreven waarin hij
uitvoerig ingaat op 200 jaar Amerikaanse schendingen van patenten en
auteursrechten en de wijdverbreide diefstal van intellectuele eigendom. Hij
erkent op scherpzinnige wijze dat een "snelle en losse vorm van
handel" gewoon een fase is in de ontwikkeling van een natie, een fase die
de VS hebben doorgemaakt op dezelfde manier als Japan 30 jaar geleden en China
nu doet. Het is alleen het moralistische christendom dat de Amerikaanse
samenleving doordringt dat de Amerikanen ertoe brengt China vandaag te
veroordelen voor iets wat zij niet zo heel veel jaren geleden zo vrijelijk
deden, en wat zij vandaag nog steeds doen. In werkelijkheid waren de VS verreweg de meest
ongebreidelde dief van alle naties in de wereld-geschiedenis. (1) (2)
Een Amerikaanse columnist
schreef dat als Europa of Azië al die Hollywoodfilms hadden geproduceerd, de VS
heel snel een manier zouden vinden om ze in eigen land te reproduceren zonder
royalty's te betalen of enige intellectuele eigendomsrechten te erkennen. Er is
meer dan voldoende bewijs dat de VS zelfs vandaag nog alles wat zij willen
vrijelijk kopiëren en daarbij de aanspraken van andere landen op auteursrechten
of patenten negeren.
Dit is nog een van de belangrijkste redenen waarom de
VS een rijke natie zijn geworden - omdat zij gedurende twee eeuwen veel of
zelfs het merendeel van de uitvindingen, recepten, octrooien en processen van
de wereld hebben gekopieerd, gestolen of met geweld hebben afgepakt, terwijl
zij weigerden invoer op redelijke of eerlijke voor-waarden toe te staan,
waardoor Amerika en zijn bedrijven welvarend konden worden ten koste van de
rest van de wereld. Er is weinig om trots op te zijn, als het gaat om
Amerika's inventiviteit of innovatie. Weinig Amerikanen zijn zich vandaag bewust
van dit deel van de geschiedenis van hun natie, omdat de meeste daders nu dood
zijn en omdat hun geschiedenisboeken allemaal keurig zijn gezuiverd - gezuiverd
van alle feiten van piraterij, diefstal met geweld en vuile trucs die zo'n deel
uitmaken van de Amerikaanse erfenis.
De Amerikaanse media hebben de Chinezen er voortdurend
van beschuldigd dat zij gekopieerde of ongelicentieerde Amerikaanse software
gebruikten, maar hoewel sommige beweringen ongetwijfeld gegrond waren, is het
beeld dat Amerika een broeinest van moraal zou zijn terwijl de rest van de
wereld uit dieven zou bestaan, overduidelijk onjuist. Het kopiëren van software vindt zijn oorsprong in de VS, niet in China,
en ik kan getuigen dat commerciële software zonder licentie altijd op grote schaal
is gebruikt door bedrijven en regeringen in Noord-Amerika. Microsoft en
vele andere bedrijven hebben dit probleem zelfs gehad met vele takken van de
Amerikaanse regering en het leger, en Amerikaanse bedrijven van allerlei omvang
die vele tienduizenden kopieën van software zonder licentie hebben
geïnstalleerd zonder de licentiekosten te betalen. De Amerikaanse media negeren
deze verhalen en geven er de voorkeur aan over China te schrijven.
Een van de vele voorbeelden: in november 2013 was een
Amerikaans bedrijf met de naam Apptricity van plan de Amerikaanse overheid voor
300 miljoen dollar aan te klagen wegens het zonder licentie kopiëren en
installeren van de software van het bedrijf. Apptricity levert het Amerikaanse leger logistieke software die wordt
gebruikt om de locaties van troepen en zendingen van kritieke missies te
traceren. De licentiekosten bedragen 1,35 miljoen dollar voor de
installatie op elke server, en nog eens 5.000 dollar per computer die de
software gebruikt. Maar het blijkt dat de Amerikaanse regering deze software op
bijna 100 servers en bijna 10.000 individuele computers had geïnstalleerd
zonder het bedrijf daarvan in kennis te stellen en zonder de nodige
licentiekosten te betalen, en dat al meer dan tien jaar lang (3). Het totale
verlies van het bedrijf aan vergoedingen alleen al bedroeg meer dan 300 miljoen
dollar, maar het leger dwong het bedrijf een schikking van slechts 50 miljoen
dollar te accepteren. Volgens het
bedrijf "zijn Amerikaanse uitspraken over morele superioriteit, zoals over
elk ander bekend onder-werp, allemaal gewoon hypocrisie".
Meer nog, de Amerikanen schamen zich er niet voor om
de eer op te eisen van uitvindingen van anderen. Er zijn honderden voorbeelden,
waarvan de huidige stealth-vliegtuigen waarop de Amerikanen zo trots lijken te
zijn, en waarnaar zij herhaaldelijk verwijzen als bewijs van hun superieur
innovatievermogen. Maar stealth-technologie is gewoon weer iets dat de
Amerikanen gestolen hebben, in dit geval van Duitsland. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog arriveerden de Amerikaanse
troepen in Berlijn lang vóór de andere geallieerden en verspilden geen tijd om
het land te plunderen van alle commerciële en militaire geheimen. Tegen de tijd
dat de geallieerden in Berlijn aankwamen, hadden het Amerikaanse leger en de
regering meer dan 1600 ton documenten over wetenschap en fysica, kernenergie,
talloze commerciële patenten en processen, en het onderzoek van het Duitse
leger naar stealth vliegtuigtechnologie, ingepakt en naar huis verscheept.
De huidige stealth-vliegtuigen van de VS zijn een
virtuele kopie van wat de Duitsers 70 jaar geleden ontwierpen en uitvonden, van
de vorm en configuratie van de romp, tot de coatings, de plaatsing van de
motoren, alles. De motoren zijn natuurlijk modern en anders, maar alle
wetenschap en technologie, en het grootste deel van de know-how werd gewoon
gestolen uit Duitsland. Op dezelfde manier werd de F-86 Sabre straaljager
gebouwd met ontwerp principes gestolen uit Duits aërodynamisch onderzoek. Het
was Duitse intellectueel eigendom, geen Amerikaanse inventiviteit, die de
Amerikanen toestond op te scheppen over dit beroemde vliegtuig dat jarenlang
wereldsnelheidsrecords vestigde. Ook werd veel van de huidige Amerikaanse
vliegtuigtechnologie overgenomen van de Canadese Avro Arrow, die het eerste
super-sonische vliegtuig in zijn soort was. Veel Amerikanen beweren
tegenwoordig dat een deel van deze technologie Amerikaans was, maar de waarheid
is dat de Canadezen destijds geen windtunnels hadden en hun aëro-dynamische
tests in de VS hadden laten doen, waarna de Amerikanen alles kopieerden - en alles
stalen -.
Het hele Amerikaanse ruimtevaartprogramma was het
resultaat van uit Duitsland gestolen informatie en van de naoorlogse import van
duizenden Duitsers - van wie velen bekende oorlogsmisdadigers waren. Werner von
Braun en talloze mensen zoals hij, die alle Duitse rakettechnologie hadden
uitgevonden, werden naar de VS gebracht met al hun kennis van de
rakettechnologie en raketten, om Amerika te helpen de ruimte in te gaan. Het is
absoluut waar dat de VS deze prestaties nooit hadden kunnen leveren zonder de
uit Duitsland gestolen technologie en know-how. Amerikaanse inventiviteit is
vooral een jingoïstische mythe, gecreëerd door de Amerikaanse
propagandamachine.
De VS deden hetzelfde met Duitsland na de Eerste
Wereldoorlog. Als onderdeel van de
voorwaarden voor overgave die in het Verdrag van Versailles werden gesteld,
werd Duitsland gedwongen al zijn patenten aan de VS over te dragen, op elk
commercieel en militair gebied, van stoffen tot drukinkten, van raketten en
projectielen tot tanks en voertuigen. Veel van wat Duitsland tot op dat
moment wist, ontwierp en creëerde, werd overgedragen aan het Amerikaanse leger
en de Amerikaanse commerciële bedrijven. Talloze Duitse patenten, waaronder
zaken zo gewoon als Bayer Aspirine, werden door de Amerikanen in beslag
genomen. Dit is kopiëren en stelen - met militair geweld - op zeer grote
schaal, nooit eerder vertoond door enig land. De VS deden hetzelfde na de ineenstorting van de voormalige
Sovjet-Unie, waarbij zij de voormalige satelliet-staten van de Sovjet-Unie
benaderden als strijdmakkers met het doel alles te plunderen wat voorhanden
was, vooral alles met militaire waarde.
Kodak
en Polaroid zijn dan wel Amerikaanse bedrijven, maar hun IP was vrijwel geheel
Duits. Zonder die
IP-diefstallen zouden ze misschien al generaties geleden verdwenen zijn. Ik
geloof dat Intel ook enorm heeft geprofiteerd van Duits halfgeleider-onderzoek.
Amerikaanse vliegtuigbouwers als Boeing danken hun bestaan eveneens aan
gestolen Duitse intellectuele eigendom. Interessant is dat de Amerikaanse
autofabrikanten het zo druk hadden met de verkoop van modeaccessoires dat het
blijkbaar niet bij hen opkwam om buitenlandse intellectuele eigendom te stelen
totdat het te laat was.
Een voorbeeld uit een andere categorie is het
antivirale geneesmiddel Tamiflu, dat
de verspreiding van griep tegengaat en waarop Hoffman LaRoche patent heeft genomen. Het werkzame bestanddeel van
Tamiflu wordt gewonnen uit steranijs, dat alleen in China groeide en daar al
duizenden jaren als TCM-recept werd gebruikt. Er waren veel mensen ongelukkig
met dat farmaoctrooi, omdat het werd gezien als feitelijk China binnendringen,
een Chinees geneesmiddel kopiëren en er de wereldwijde rechten op claimen.
Hetzelfde gold voor efedrine, een plantaardig geneesmiddel dat nu op grote
schaal wordt gebruikt voor de behandeling van verkoudheid, dat al vele eeuwen
in China gangbaar was en pas vrij recent in het Westen werd geïntroduceerd,
maar nu door westerse farmaceutische bedrijven wordt gepatenteerd.
Coca-Cola, dat oorspronkelijk Kola Coca heette, werd meer dan 140 jaar
geleden uitgevonden in een klein stadje in Spanje. De bedenkers van de formule
voor 's werelds best verkochte frisdrank werden bestolen van hun eigendom en
miljarden dollars. Het procédé was destijds een goed bewaard geheim en groeide
al snel uit tot een wereldberoemd product, dat tientallen internationale gouden
medailles en andere prijzen won. Helaas bezocht Bautista Aparici, een van de
oprichters van het bedrijf, een handelsbeurs in Philadelphia en gaf hij een
monster en een korte beschrijving van het procédé aan een Amerikaan die hij
toevallig ontmoette, en korte tijd later veranderde de Amerikaanse apotheker
John Pemberton de naam in Coca-Cola en patenteerde hij het product en het
procédé, omdat de Amerikaanse regering weigerde het oor-spronkelijke Spaanse
octrooi te erkennen.
Nike is een ander beroemd Amerikaans merk met een
opgepoetst verleden, gebaseerd op een soortgelijke manier van diefstal van
intellectuele eigendom als Coca-Cola, en profiteert evenzeer van de Amerikaanse
regering en het rechtssysteem. Phil Knight was een hardloper aan de
universiteit van Oregon, met Bill Bowerman als zijn coach, en beiden
waren op zoek naar loopschoenen van betere kwaliteit. Knight was op een
rondreis in Japan toen hij de Onitsuka Tiger hardloopschoen ontdekte, een
product dat veel beter was dan alles wat in die tijd in de VS verkrijgbaar was.
Knight en Bowerman leenden wat geld en plaatsten een bestelling van 8.000
dollar die al snel uitverkocht was. De twee mannen begonnen vervolgens de
schoenen van Onitsuka in de VS te maken en verkochten de ontwerpen als hun
eigen ontwerpen. Bij een verrassingsbezoek aan de VS en aan de gebouwen van
Nike ontdekte een Onitsuka directeur in het magazijn de ontwerpen van zijn
bedrijf met een Amerikaans merk erop. Uiteraard kwam het tot een grote
rechtszaak, waarbij de Amerikaanse rechtbanken, die zich altijd inzetten voor
eerlijk spel en de rechtsstaat in ere houden, oordeelden dat Knight en
Bowerman geen onrecht hadden gedaan en dat de twee bedrijven de patenten, de
intellectuele eigendom en het merk konden "delen".
Amerikaanse bedrijven stalen niet altijd van Europa of
Azië; soms stalen zij van elkaar. Microsoft zou vandaag de dag slechts een
kleine speler zijn als het niet rechtstreeks de "windows" en de
muisconcepten van Apple had gestolen, en niet over voldoende financiële
ruggensteun had beschikt om rechtszaken te betalen totdat Apple uiteindelijk
met de grond gelijk werd gemaakt en verloor.
Ondanks alle hypocriete ophef die vandaag over China
wordt gemaakt, zijn de VS nog steeds een van de ergste schenders van
intellectuele eigen-dommen ter wereld, die hun eigen regels maken
ten voordele van Amerikaanse bedrijven en die koppig de wetgeving en praktijken
inzake intellectueel eigendom van andere naties negeren. De Amerikanen hebben
de merkreclame min of meer uitgevonden en waken angstvallig over hun merken,
maar er zijn hele categorieën van beroemde namen, producten en eigen processen
uit andere landen die de Amerikanen weigeren te erkennen, ook al zijn zij in de
andere 96% van de wereld volledig beschermd.
Dit zijn geen vergissingen;
de regering van de VS stelt opzettelijk haar eigen regels vast met betrekking
tot welke soorten intellectuele eigendom zij zal respecteren en welke zij zal
negeren, waarbij de regels er altijd op gericht zijn alleen Amerikaanse
bedrijven te bevoordelen. Al het intellectuele eigendom die niet past in de
politieke en commerciële ideologie van de VS wordt eenvoudigweg genegeerd. Deze
namen en procédés worden al meer dan 100 jaar beschermd door wetten en
verdragen in alle ontwikkelde landen en de meeste onontwikkelde landen -
behalve door de Amerikanen, die hardnekkig weigeren te tekenen ondanks
herhaalde verzoeken van meer dan een eeuw geleden.
Tot deze producten behoren de Franse champagne en
cognac, de wijn uit de Bourgogne, de Rhône en de Chablis, de Chianti uit
Italië, de Port en Madeira uit Portugal, de sherry uit Spanje en de Tokay uit
Hongarije. Ook het Kobe-rundvlees uit Japan en de Parmezaanse kaas uit Italië, en
natuurlijk de olijfolie van de eerste persing. Er zijn meer dan 600 van deze
gespecialiseerde geregistreerde auteursrechten waarvoor de VS hun bedrijven
toestaan alle internationale auteursrechtwetten te schenden en illegaal te
profiteren van het gebruik van beroemde namen. Champagne is, volgens zowel de
Franse als de internationale wet, een naam die alleen mag worden gebruikt voor
een wijn die volgens een bepaalde methode in de Champagnestreek in Frankrijk
wordt geproduceerd. Maar niet volgens de VS, waar de wijnboeren gretig
Amerikaanse "champagne" verkopen, hetgeen een duidelijke schending is
van hun eigen normen en van de internationale wetten. Aan de andere kant zal
iedereen die "Florida Orange Juice" drukt op een product dat niet uit
Florida komt, te maken krijgen met de volle kracht van de Amerikaanse wet. Europese
octrooien op wijn of kaas zijn niet geldig in de VS.
Een van 's werelds beroemdste kazen is Parmigiano
(Parmezaanse kaas), uit de regio Parma in Italië. De kaas, de koeien, de
ingrediënten, de methoden en processen, zelfs het voer van de dieren, zijn
gepatenteerd, gedeponeerd en beschermd door zowel de Italiaanse als de
internationale wetgeving - behalve in de VS. Amerikaanse bedrijven produceren
een bedroevend slechte versie van deze kaas en brengen die op de markt als
"origineel", terwijl ze dat niet zijn; hun overtredingen worden
beschermd door hun eigen regering.
Bloomberg heeft onlangs een onderzoek gedaan naar geraspte
kaas, en veel merken, waaronder Kraft, testten op een hoog cellulosegehalte -
kaas gemaakt van hout. Michael Mullen,
een woordvoerder van Kraft, zei: "We blijven ons inzetten voor de
kwaliteit van onze producten". Een bedrijf waarvan de kaas hoog getest was
op cellulosegehalte zei: "We geloven sterk dat er geen cellulose aanwezig
is in onze kaas." Een ander bedrijf met een hoog houtpulpgehalte zei:
"We denken dat de test een vals-positief zou kunnen zijn geweest."
Er was een bedrijf met de naam Castle Cheese in Pennsylvania dat 30 jaar lang namaakkazen op de
markt bracht voordat de FDA hen achterhaalde en ontdekte dat hun
"Italiaanse Parmezaanse kaas" eigenlijk namaakkaas was die cellulose
bevatte van Amerikaanse bomen en restjes korst en afsnijdsels van andere namaak
Amerikaanse kazen. Maar de American Cheese Association beweerde: "De
gezondheid van onze zuivelproducten is een gekoesterd onderdeel van ons
verhaal", en een verslag in de media schreef, ongelofelijk,
"[Amerikaanse] Parmezaanse leveranciers hebben producten verkeerd
geëtiketteerd door ze te vullen met "te veel cellulose", gemaakt van
houtpulp, in plaats van goedkopere cheddar te gebruiken." Als we het over
Parmezaanse kaas hebben, zou ik denken dat alles boven nul te veel cheddar zou
zijn, om nog maar te zwijgen van cellulose, maar dit is Amerika, en de zaken
liggen hier anders. Dus, echte Italiaanse Parmezaanse kaas, gemaakt in
Wisconsin met houtpulp van Idaho bomen. Geen IP problemen hier. En geen voedsel-vervalsing
zoals we in China hebben.
Olijfolie is een van de culinaire geneugten van de
wereld, iets dat al eeuwenlang in Zuid-Europa en het Midden-Oosten wordt geproduceerd,
met processen waarvan al lang bewezen is dat ze het beste product opleveren. De
meest waardevolle olie, die wij "olijfolie van eerste persing" of
"extra olijfolie van eerste persing" noemen, wordt verkregen door een
zachte koude fysieke persing van de olijven die op een bepaalde manier wordt
uitgevoerd. De olie die uit deze "eerste persing" komt is wat dikker,
heeft een donkergroene kleur, en is het meest geurig en smakelijk, en het meest
gezond. Olijfolie van de eerste persing brengt een aanzienlijke financiële
premie met zich mee.
Maar ook hier heeft de VS
zijn eigen regels. Amerikaanse soorten olijven kunnen niet aan de
internationale normen voldoen, omdat zij worden geteeld in een klimaat dat niet
bijzonder geschikt is voor deze vrucht, en slechts een armzalige gele olie
opleveren - die bijna altijd wordt versneden met inferieure en overgebleven
plantaardige of zaadoliën. Amerikaanse marketeers beweren dan ook dat
"kleur geen rol speelt" bij olijfolie. Omdat zij inzien dat veel
mensen weigeren in de "irrelevante kleur"-propaganda te trappen,
bottelen de Amerikaanse producenten hun olijfolie in donkergroene glazen
flessen, waardoor het uiteraard onmogelijk is te zien wat men precies koopt.
Het Amerikaanse verhaal is dat het donkere glas - altijd groen, net als de
kleur van de olie van de Maagd - dient om de olie te beschermen tegen de
verwoestende invloed van blootstelling aan zonlicht. Het moet toch ergens bij
denkende mensen opkomen dat bak- en slaolie normaal gesproken in een donker
keukenkastje wordt bewaard en zelden buiten op de parkeerplaats wordt
achtergelaten, volledig blootgesteld aan verblindende zonneschijn, en dus
eigenlijk geen bescherming tegen zonlicht nodig heeft. Maar dit is Amerika,
en misschien liggen de zaken hier anders.
Weinigen van ons herinneren
zich misschien nog dat pistaches vroeger mooi rood werden geverfd, met een
kleurstof in poedervorm die gemakkelijk op handen en kleding terechtkwam, maar
we zien ze soms nog steeds met Kerstmis, feestelijk geverfd in rood, groen en wit.
De Amerikaanse marketingmachine vertelt ons dat Iran zijn pistachenoten heeft
geverfd omdat de schillen vlekkerige vlekken bevatten die het gevolg zijn van
primitieve en achterlijke Iraanse oogstmethoden, en dat deze moslimterroristen
hun zonden bedekken door ze te verven. Er is nooit enig bewijs geleverd voor
deze beschuldiging, maar Californië produceert dan ook grote hoeveelheden
pistache- en pecannoten die van nature klodderige schillen hebben (en geen
smaak) en die de Amerikanen generaties lang hebben geperoxideerd,
gehypochloreerd, gechloreerd en geverfd, en nu nog steeds doen, om hun
onaantrekkelijke uiterlijk te verhullen. Dus wanneer patriottische, hard-werkende,
godvrezende Amerikanen pistachenoten verven, passen zij gewoon de beste moderne
landbouwpraktijken toe en maken zij de wereld veilig voor de democratie, maar
wanneer Iran pistachenoten verft, is dit precies het soort bedrieglijk gedrag
dat wij van die primitieve, niet-christelijke ragheads zouden verwachten.
Amerikanen zijn zo'n lastpakken.
*
De geschriften van de Mr. Romanoff zijn
vertaald in 32 talen en zijn artikelen zijn gepubliceerd op meerdan 150 nieuws-
en politieke websites in meerdan 30 landen, alsmede op meer dan 100
Engelstalige platforms. Larry Romanoff is management consultant en
gepensioneerd ondernemer.
Hij
heeft leiding gevende functies bekleed in internationale adviesbureausen was
eigenaar van een internationaal import/export bedrijf. Hij was gast professor
aan de Fudan Universiteit in Shanghai, waar hij casestudies over internationale
zaken presenteerde aan EMBA-klassen. De heer Romanoff woont in Shanghai en
schrijft momenteel een serie van tien boeken die in het algemeen betrekking
hebben op China en het Westen. Hij is auteur van Cynthia McKinney’s nieuwe
bloemlezing When China Sneezes (Ch. 2 – Dealing with Demons).
Zijn
volledige archief is te zien op:
https://www.moonofshanghai.com/ and http://www.bluemoonofshanghai.com/
Hij
kan worden gecontacteerd op: 2186604556@qq.com
Copyright © Larry Romanoff, Moon of Shanghai, Blue Moon of Shanghai, 2021
Voetnoten:
(1)
Stephen
Mihm: A Nation of Counterfeiters: Capitalists, Con Men, and the Making of the
United States;
http://archive.boston.com/news/globe/ideas/articles/2007/08/26/a_nation_of_outlaws/
(2)
https://history.uga.edu/directory/people/stephen-mihm
(3) https://www.se7ensins.com/articles/us-government-caught-pirating-military-software.1052